Alles is geloven in 
Over Marloes Vreeswijk

Geschreven door Liza Voetman 

Marloes Vreeswijk (1993, Nederland) creëert handvatten die ons leren onszelf over te geven aan gedeelde kwetsbaarheid. Waar het kind in ons vanuit een onbevangenheid hoger in bomen klom, onder kledingrekken kroop en vastberaden hutten bouwde, omarmt Marloes dit kinderlijke geloof in het innemen van eigen-ruimte als maker. Ze leert ons dit met haar te durven doen. 

 Vanuit een vierjarig onderzoek naar ‘safe spaces’ studeerde Marloes af met een textiele tapijt en kostuums afgestemd op haar eigen lichaamsmaat. Als veilige cocon paste de ruimte haar lichaam precies. Het was een hut waartoe enkel zijzelf toegang had. De mouwen van haar kostuum rijkten naar de lucht, als verlengstuk van haar lichaam, een geloof in autonome ruimte. Marloes’ safe spaces leren ons ruimte innemen om samen te kunnen vallen met ons innerlijke mens-zijn: te vertrouwen in ons eigen hoofd, Het Zelf. Tegen voorbepaalde kaders die het innemen van deze eigen-ruimte laten stranden - als we niet uitkijken worden we vooral wie we denken te moeten zijn - legt Marloes’ haar kunstenaarschap een kenbare worsteling met de werkelijkheid aan stereotyperingen bloot. Zij nodigt ons uit onze schaamte te elimineren, om te leren leren en bovenal te groeien. Zo worden we uitgenodigd deel te nemen, van een muur te likken, een keramieken baby(bel) te dragen en op een podium te vertellen over onze eigen angst. Om die angst samen te overwinnen.
 Werkend met kleur, materiaal en ruimte als communicatiemiddelen van identiteit is Marloes haar artistieke signatuur glashelder: wij mensen willen aanraken, voelen, beleven en vooral geloven, zoals het kind in ons dat kon.  

 Marloes presenteert zichzelf op haar website als een uithangbord naar plezier, als een celebrity die de schijnwerpers niet schuwt, het leven als een discofeest. Ik kijk naar een filmpje dat op haar website automatisch begint te spelen. Ergens in de verte is Marloes aan het werk. Op haar gezicht lijkt ze gekleurde make up aan te brengen. De omgeving waarin zij zit is al even kleurrijk en glitterend. Met een voorliefde voor de kleur roze, glitters en hoepelrokken evenals haar betrokkenheid naar de wereld die vastklemt in aannames en oordelen wat ‘normaal’ zou zijn, keert Marloes zich tegen geniepige protocollen van het leven en de kunsten. De openheid waarmee Marloes tussen rollen in handelt, als volwassene, kind, kunstenaar, modeontwerpster of zelfs prinses, maakt haar praktijk onderzoekend en open.

 In veel van haar werken speelt Marloes protagonist. Toch is haar zoektocht eerder onze zoektocht. Eerder is zij afwezig, in plaats van aanwezig. Zoals zij zichzelf tot drie jaar geleden onder kledingrekken verschool. Marloes laat ruimte open voor ons, als toeschouwer, om deze wereld met haar te kunnen betreden. Door het geven van handvatten, als richtlijnen om goed voor elkaar en onszelf te zorgen, in onszelf te leren geloven, stelt zij bovenal één vraag: Waarom beslissen anderen voor ons wat wel of niet goed, of raar, is? Waarom drukken anderen zich toch zo over onze keuzes uit?
 Principes van verhouden, zorgen en (voor)oordelen worden door Marloes blootgelegd. Textiel, keramiek en kleurentheorieën zijn componenten om menselijke dialoog te vertegenwoordigen. Waar een aura verwijst naar een kleur die om ons heen hangt en onze menselijke grens markeert, kunnen aura’s, evenals kleuren an sich, ook gemengd worden. Samen verworden zij tot een nieuwe kleur, een gedeelde ruimte. Doorbreken wij die nieuwe ruimte door ons eigen pad weer in te slaan, dan zal de aanraking met de nieuwe kleur vervagen, maar altijd bijblijven. We nemen mee en worden door Een Ander. Kunst kan mensen aan het denken zetten doordat mensen zich in ervaring kunnen herkennen. Marloes haar werk gaat niet enkel over Marloes. Juist niet. Eerder is het een pleidooi voor het geloof in een ruimte waarin we samen open-minded zijn. Als kinderen.  

 Waarom zouden we geen hoepelrokken aan kunnen trekken op maandagmiddag? Dat onderbuikgevoel is Marloes haar drijfveer in het maken.